Search
Close this search box.

Hoe breng je het coachen in je lessen?

Wat is het verschil tussen instructie en coachen? Deze twee begrippen hebben niet alleen een groot verschil in de uitvoering, maar vooral ook op de inwerking en resultaten van een ruiter. En precies hierom zou iedere instructeur het coachen graag willen leren.

Als instructeur kom je altijd wel een keer een ruiter of amazone tegen waarbij je meer progressie of zelfstandigheid wilt zien. Je werkt keihard en begrijpt niet waarom het leren niet sneller gaat. In de sport zien we op zo’n punt dat er nog meer aanwijzingen of goede raad wordt gegeven. En juist dit is een grote valkuil. Niet iedere ruiter is gebaat bij nog meer instructies. Te veel instructies werkt averechts; het lerend vermogen stopt en de prestaties blijven achter. Het kan zelfs leiden tot onzekerheid en ‘dichtklappen’.

Instructeur versus coach

Instrueren en coachen zijn stijlen die je inzet om de prestaties van een combinatie, ruiter en paard, te verbeteren. Het zijn verschillende stijlen met een eigen strategie. Simpel gezegd; bij instrueren zeg je hoe het anders moet en bij coachen vraag je hoe het anders kan. Bij instructies is de strategie directe verbetering van techniek, bij coaching is dat het zelflerend vermogen stimuleren.

Instrueren is in de sport van groot belang. Je hebt de expert nodig om de techniek van bijvoorbeeld het wijken aan te leren; hoe verplaats je het gewicht, hoe gebruik je de beenhulp. In onveilige situaties is instrueren zelfs van levensbelang. “Doe je handen laag en vraag binnenstelling”, is bijvoorbeeld een nuttige instructie als het paard ervandoor gaat. Instructies geef je direct, zijn eenduidig en gericht op een handeling. Coachen daarentegen is indirecter, maakt gebruik van datgene wat de leerling inbrengt en is gericht op zowel het handelen alsook op het denken.  

Effectieve les

Coachen is niet alleen feedback vragen. Voel je dat? Herken je dat? zijn vragen die je dan stelt. Dit zijn echter suggestieve vragen, waarbij je er al vanuit gaat dat iemand iets voelt of herkent. Sociaal wenselijke antwoorden of prestatiedruk liggen hier op de loer. Deze manier van instrueren gaat richting coaching, maar is nog steeds instructie als je gericht blijft op het verbeteren van de directe handeling. Er zijn verschillende gradaties van instrueren en coachen. In een effectieve les gebruik je beide stijlen door elkaar. Een meer coachende instructie is dat je bijvoorbeeld niet alleen zegt wat de ruiter beter kan doen, maar ook naar de ervaring vraagt zonder suggestief te worden: “Breng op de lange zijde je houders meer naar voren.” Op de andere zijde vraag je: “Hoe was dat? Wat heb je gemerkt aan jouw paard? Wat was er anders ten opzichte van ervoor?” Dit zijn vragen die leiden naar zelfreflectie en lichaamsbewustzijn. De ruiter wordt hier aan het denken gezet over het eigen handelen.

Zelflerend vermogen

Als coach kijk je verder, je richt je op het zelflerend vermogen, op inzicht en op het begrijpen van een handeling. Als een ruiter iets beter begrijpt, meer inzicht krijgt in de oefening en zichzelf kan corrigeren komt dit ten goede aan het zelfvertrouwen en het zelflerend vermogen. Als een oefening niet juist wordt uitgevoerd, gaat de coach met de leerling onderzoeken wat ervoor nodig is om de oefening beter uit te voeren. Dus onderzoeken en vragen stellen in plaats van zeggen hoe het anders moet. Deze stijl levert vaak verrassende oplossingen aan. Zo kan het zijn dat je ontdekt dat de ruiter de instructie wel heeft gehoord, maar er niet in gelooft omdat dit ooit heeft geleid tot een bokpartij en een harde val. Zo’n onzekerheid kan soms verscholen liggen, onbewust zijn of als niet belangrijk worden bestempeld. Terwijl bewustwording net dat verschil kan maken. Zoals Johan Cruijff ooit zei: “Je gaat het pas zien als je het door hebt.”

Verschillen in leren

Het is een feit dat we allemaal anders leren en hierbij verschillende voorkeuren hebben. De een leert door iets na te doen en de ander door verschillende dingen te proberen. Hier zitten nog allerlei nuances en niveaus in waar we in de blog over mentale voorkeuren meer uitleggen.

Belang van coachen

Met coaching vergroot je het zelflerend vermogen. Dat vraagt veel creativiteit van je lesontwerp. Neem een dressuurles in gedachte: de opdracht is het rijden van een slangenvolte. Na het rijden van het figuur vraag je wat er goed ging en wat de ruiter wil verbeteren zonder instructies toe te voegen. Vervolgens geef je waardering aan opmerkingen van de ruiter en vraag je naar een verbeterplan. Weer later evalueer je samen het effect van de aanpassingen zonder een bepaalde kant op te sturen. Eigenlijk geeft diegene zichzelf les bij het coachen en jij faciliteert dat. Een goede mix van faciliteren en begeleiden vergroot het zelfvertrouwen en laat de leerling meer uitproberen en nadenken. Op wedstrijd is er immers ook niemand die je kan corrigeren en moet je het zelf doen. Hoe meer je als instructeur alleen aanwijzingen geeft hoe afhankelijker een combinatie van je wordt. Als coach maak je een combinatie juist zo onafhankelijk mogelijk en zal je uiteindelijk meer verbetering in de resultaten zien.

Ontwikkelen in coachen

Wanneer je jezelf wilt ontwikkelen in het coachen is het belangrijk om te ontdekken wat je eigen stijl op dit moment is. Misschien ben je al meer aan het coachen dan je denkt. Het begint dus bij de bewustwording. Daarnaast komen alle aspecten die hierboven worden genoemd ook aan bod in de Ruitervoorkeuren opleidingen. Neem dus gerust contact met ons op als je hier graag meer over wilt leren en je wilt ontwikkelen als instructeur.