Search
Close this search box.

Wat zijn mentale voorkeuren en hoe gebruik je ze?

Iedereen heeft een andere manier van informatie verwerken. De manier waarop iemand het effectiefste informatie verwerkt wordt ook wel de mentale voorkeur genoemd. Mentale voorkeuren zeggen veel over de wijze waarop iemand leert. Een begrip die iedere instructeur dus kan gebruiken om nog beter in zijn of haar vak te worden.

Als je iets wilt leren, dan moet er mentaal informatie verwerkt worden. De ene ruiter is gevoeliger voor de ene manier van informatie oppikken dan de ander. Zo kan je types hebben die verhalen willen horen, een stappenplan willen hebben of het willen ondervindend. De voorkeur voor de manier van leren, maakt vooral voor de instructeur een belangrijke schakel.

Verschillende leerstijlen

De ene leerling werkt goed op instructies en de ander hoef je alleen bewust van zichzelf te maken. In de paardensport is het handig om beide stijlen te kunnen, zodat je hiertussen kan schakelen. Als instructeur kies je per moment wat bij je leerling past. Een geoefende instructeur doet dat automatisch. Toch verdient leerstijlen meer aandacht dan de veel gemaakte opmerking: “Ik pas me altijd aan, aan het moment en de ruiter, de ene keer doe je dit en de andere keer doe je dat.” Hoe beter je kunt inschatten wat de leerstijl van je leerling is des te beter weet je wat ze nodig hebben en hoe je het lerend vermogen van je leerling kunt stimuleren.  Het lerend vermogen is de vaardigheid die een leerling ontwikkelt om het geleerde vast te houden en zichzelf te verbeteren. Elke leerstijl heeft zijn eigen kenmerken, zoals meer of minder begeleiding en de manier van vragen stellen. Ook het instrueren op techniek of juist coachen op vertrouwen, het gebruik van metaforen of het werken met materialen. De Franklin ballen, de horsesimulator Joker of spelvormen spelen een rol in het leerproces en dus in hoe snel iemand leert.

Mentale modellen

Er worden verschillende modellen gebruikt om de mentale voorkeuren te specificeren. Bij Ruitervoorkeuren gebruiken we de inzichten uit Action Types, Jungiaanse Psychologie en Agogiek. Het Ruitervoorkeurenmodel is toegepast op ruiters en sluit aan op de motorische voorkeuren. Zo verdelen we stijlen onder in introvert of extravert en rationeel of relationeel. Maar maken we ook een onderscheid in intuïtief of zintuigelijk georiënteerd en kijken we ernaar of je een linker of rechter radaroog hebt. Bij mentale voorkeuren is het niet zo, dat als je de voorkeur hebt voor het ene, dat je het andere niet hebt. Mentale voorkeuren zijn meer dan bij Motorische voorkeuren afhankelijk van de situatie en de emotionele toestand van de leerling. Bij mentale voorkeuren kijk je naar de verhouding van de uitersten, bijvoorbeeld 30% introversie en 70% extraversie.

Ruitervoorkeuren model
Copyright Ruitervoorkeuren | overnemen niet toegestaan

Introvert versus extravert

Extraverte types zijn meer naar buiten toe georiënteerd, waardoor je ze heel goed kunt helpen door gebruik te maken van alles wat er op dat moment gebeurt bij je uitleg. Deze ruiters willen graag meepraten, hardop nadenken en sparren. Zo’n oortje waar je alleen in kan luisteren is voor een introvert type wellicht fijn, maar voor een extraverte ruiter juist niet, die wil kunnen terugpraten. Als instructeur krijg je het idee dat ze alleen maar aan het praten zijn en niet bezig zijn met rijden, maar ze moeten de informatie kunnen verwerken en dat doen ze tijdens het praten. Daar moet je deze ruiters wel het moment voor geven om vervolgens terug te schakelen naar minder praten. Introverte types daarentegen willen rust en zijn meer in zichzelf gekeerd. Wanneer deze ruiters de bak in komen, zeggen ze vaak wat minder en is de mimiek op hun gezicht ook minder sprekend. Deze ruiters denken veel in zichzelf. Introverte types nodig je uit door gerichte vragen te stellen en nadenktijd te geven. Verwacht niet direct antwoord, zoals bij een extravert type. Heb geduld, stop met extra informatie geven en wacht op het antwoord. Het zal je doen verrassen hoe gedetailleerd het antwoord dan is. 

Rationele en relationele types

Een rationeel type is op zoek naar specifieke informatie en wil deze het liefste zo snel mogelijk krijgen. Als een rationele ruiter komt om de wissels te leren dan verwacht deze dat zodra je de bak binnenkomt je gelijk met informatie over deze wissels komt. Daarmee kun je dus concluderen dat deze personen meer inhoud gedreven zijn. Relationele types zijn wat dat betreft gevoeliger voor de relatie die ze hebben met degene die ze iets gaat leren. Het draait vooral om of je connectie maakt, een veilig leerklimaat creëert en de juiste tone of voice raakt. Deze ruiters hebben meer behoefte aan informele babbeltjes. Rationele ruiters doen dit ook wel, maar bij hen gaat dit wel meer over de inhoud dan over het delen van persoonlijke gevoelens.

Intuïtief of zintuigelijk

Intuïtieve ruiters zijn meer gericht op ‘het toekomstplaatje’ en het grotere geheel. Bij ruiters die hierop gericht zijn komt de informatie vaak in metaforen, denk aan ‘de berg op rijden’ of ‘meedeinen op een golf’. Ze maken veel gebruik van hun onderbewustzijn om keuzes te maken of te verantwoorden, maar kunnen het hierdoor moeilijker bewust verwoorden. Als een paard spanning heeft en een intuïtief persoon hier niet op durft, omdat het niet helemaal goed voelt dan is dit een duidelijke aanwijzing voor dit type. Een zintuigelijk persoon zal benoemen wat hij of zij ziet zoals het paard briest of spant zijn spieren aan en dribbelt. Zintuigelijke personen kunnen een duidelijke bewoording geven en vinden dit zelf ook fijn om terug te krijgen in een training. Zij zijn zintuigelijk ingesteld en willen concrete informatie die ze nu kunnen zien, ruiken, horen of voelen. Deze personen kunnen vaak niet zoveel met creatieve metaforen of.

Linker en rechter radaroog

Hoewel dit in tegenstelling tot bovenstaande geen karaktereigenschap is, maar een motorische voorkeur zegt dit wel iets over wie je bent. De ruiters met een rechter radaroog – die dus alles met het rechteroog willen volgen om het goed uit te kunnen voeren – leren voornamelijk in blokjes met structuur en vaste stappen. Denk hierbij aan het correct achterwaarts leren gaan, dat in stapjes wordt aangeleerd en gerust de hele les kan beslaan; eerst vierkant stilstaan, dan de beweging naar achteren en actief weer voorwaarts. De personen die meer links gefocust zijn houden daar helemaal niet van en raken daardoor juist afgeleid. Zij willen minder logische lijnen volgen en leren makkelijker als ze vrijheid hebben en zelf kunnen kiezen wat urgent is. Deze ruiters zijn dan ook vaak minder gericht op de tijd en hebben meer afwisseling nodig in de les. Zij leren doorgaans beter door spelvormen en circuits zonder prestatiedruk. Prestatiedruk is juist weer een aanjager voor de rechter radaroog types.

Informatievoorziening aanpassen

We hebben het vaak over een goede klik tussen coach en leerling, maar is dit toeval of kan je hier ook invloed op uitoefenen? Het kan zijn dat je elkaar toevallig treft, maar je kunt hier zeker invloed op uitoefen. Vaak trek je bepaalde type leerlingen aan. Niet geheel toevallig, ook jij als instructeur hebt een voorkeurstijl. Door jezelf te verdiepen in de mentale voorkeuren kun je jezelf trainen in stijlflexibiliteit. Oftewel, door slim gebruik te maken van de verschillende leerstijlen kun je meer type ruiters effectief helpen. Vooral handig als je een ruiter ontmoet waarvan je weet dat je deze op technisch gebied kan helpen, maar de communicatie wat stroef loopt. Door te duiken in de mentale voorkeuren van deze ruiter kan je uitvinden wat je in de informatievoorziening moet aanpassen om deze op een effectieve manier over te laten komen.

Wil jij ook effectiever lesgeven en handig kunnen inspelen op verschillende types? Leer dan de kenmerken in de praktijk herkennen en ontdek welke oefeningen het beste bij jouw type ruiter passen. Informeer naar de Ruitervoorkeuren opleidingen.